Laureaten 16 jaar

Laureaat 1 | Sofia Cremers

Ik, jij, hij, zij zelfzeker, zwoegend en tegelijkertijd z o e k e n d.
Het water,
vol geladenheid,
baant haar weg door harde stenen en zachte gronden.
Ooit door een stom toeval ontstaan en nu onmisbaar dicht bij de mens,
onwetend hoelang nog.
Ze brengt ons zoveel o n e c h t e rust, luisterend naar de
gedwarsboomde golven, die zonder genade toch hun weg kiezen.
De meedogenloze Maas is sterk,
sterk,
sterker dan ons, zonder weten van ons, zonder ons.
Somber, scheiding,
scheiden,
van volkeren, van land, van haarzelf.
Ik, jij, hij, zij machtig maar nooit af.

Laureaat 2 | Ilayda Sönmez

De Melodie van de Maas

Haar golven vloeien dag en nacht,
als muziek die in mijn oren lacht;
als de natuur haar grillen zou tonen,
dan zou ik huiveren van ontzag, verloren.

Zo’n schoonheid kan alleen een verhaal zijn
voor hen die in haar aanwezigheid zijn, zo fijn;
haar huid, blauw en fragiel,
terwijl ze zingend vaart naar het westen, zo sierlijk en subtiel.

Zachte tranen van de berg
die over de grens omhoog klimmen, zo ver en tergend,
een fontein, glinsterend en overvloedig,
een getuigenis van de natuur, o zo prachtig en moedig.

Van winter naar herfst, zo gaat haar reis,
wieg en moeder voor ons allen, zo zacht en wijs.

Laureaat 3 | Eefje Hoen

De Limburgse Maas

Door ’t Limburgs heuvelland beweegt zij vrij
Els en populier wonen haar dans bij

Muzikaal klinkt haar stroom
Afdwinger van respect
Als in een fijne droom
Sierlijk haar dialect

In ’t rood van de avond weerspiegelt haar vallei
Schitterende zonnestralen van veraf en dichtbij

Machtig als de mens
Omdijkt zij haar boord
Over ’s Limburgs grens
In haar dierbaar oord