Poëzie in de eindtermen in Vlaanderen

Wat staat er in de eindtermen over poëzie in Vlaanderen?

1ste graad A-stroom en B-stroom

De eindtermen van de 1ste graad A-stroom en B-stroom komen inhoudelijk volledig overeen met elkaar. Enkel de nummering is verschillend.

Het Katholiek Onderwijs Vlaanderen (KOV) formuleert voor beide stromen een aantal leerplandoelstellingen die qua inhoud op elkaar lijken, maar vooral verschillend zijn op vlak van beheersingsniveau. In de A-stroom wordt bijvoorbeeld verwezen naar stijlfiguren en figuurlijke taal, terwijl dat bij de B-stroom niet het geval is.

Het Gemeenschapsonderwijs (GO!) spreekt over ‘Competenties in het Nederlands’ en formuleert daarbij een tweetal doelen. Deze zijn identiek voor A-stroom en B-stroom. In vergelijking met de leerplandoelstellingen van het KOV zijn de doelen van het GO! minder concreet en worden er geen specifieke dingen die bij poëzie aan bod kunnen komen benoemd.

2de graad doorstroomfinaliteit, dubbele finaliteit en arbeidsmarktfinaliteit

De eindtermen van de tweede graad zullen, zoals die van de derde graad, op termijn veranderen. Dit staat vermeld bij deelvraag 1.3.1 ‘Hoe ziet het secundair onderwijs in Vlaanderen eruit?’

De eindtermen die betrekking kunnen hebben op poëzie zijn in de doorstroomfinaliteit en de dubbele finaliteit uitgebreider dan in de arbeidsmarktfinaliteit. In de doorstroomfinaliteit en de dubbele finaliteit wordt poëzie niet concreet benoemd, het gaat hier telkens om de vaardigheid schrijven. Voor de arbeidsmarktfinaliteit staan deze eindtermen onder het onderdeel Project Algemene Vakken en gaat het over functionele taalvaardigheid.

Bekijken we de leerplandoelstellingen van het KOV dan valt op dat er minder specifiek verwezen wordt naar poëzie. Dit geldt voor alle finaliteiten. Zoals in de eindtermen voor deze graad valt het op, dat er minder concreet over poëzie gesproken wordt. Er wordt in de doorstroomfinaliteit en de dubbele finaliteit wel ingezet op ‘het overwinnen van schrijfremmingen’. In de arbeidsmarktfinaliteit wordt het doel om leerlingen creatief te laten schrijven nagestreefd.

De leerplandoelstellingen van het GO! voor deze graad en haar onderwijsvormen zijn eveneens minder concreet. In het aso, tso en kso is er veel ruimte om de doelstellingen in te vullen. Voor het bso geldt vooral de functionaliteit van schrijven. Er wordt ook ingezet op reflectie op het schrijfproces.

3de graad aso, tso, kso en bso

Voor het aso, tso en kso passen er een aantal eindtermen binnen het project, maar voor het bso is dat niet zo. Opnieuw zien we dat er weinig concreet naar poëzie verwezen wordt. In de eindtermen van het bso gaat het vooral om functionele taalvaardigheid, die de leerlingen in staat moet stellen om te kunnen communiceren in het dagelijkse leven. De meeste eindtermen zijn dan ook gericht op mondelinge vaardigheid.

Het Katholiek Onderwijs Vlaanderen formuleert voor het aso, tso en kso een leerplandoel waarbij er niet specifiek naar poëzie verwezen wordt, maar waar wel uit af te leiden valt dat het om creatief-expressief schrijven gaat. Het verwachte beheersingsniveau ligt duidelijk hoger dan in de andere graden. In het bso gaat het opnieuw vooral om creatief kunnen schrijven.

Voor het Gemeenschapsonderwijs zien we dezelfde trend terugkeren als in de tweede graad. De doelen zijn minder concreet geformuleerd en er is ruimte voor eigen invulling. Ook hier zien we de reflectie op het leerproces terugkomen.